Cookie

Dienstag, 8. Mai 2012

De nagalm van de geschiedenis: Het Kapitulationsmuseum in Berlin-Karlshorst

Op 10 mei 1995, vijftig jaar na het einde van de oorlog, werd in Berlijn een gemeenschappelijk oorlogsmuseum van de voormalige tegenstanders Duitsland en Rusland geopend. Het Deutsch-Russische Museum Berlin-Karlshorst is ontstaan uit een afspraak tussen de Duitse en de Sovjet regering na de gesprekken over de Duitse hereniging in 1990.

In de hoofdstad van de DDR bestond al sinds 1967 het zogenoemde Kapitulationsmuseum (de officiële naam was Museum der bedingungslosen Kapitulation des faschistischen Deutschland im Großen Vaterländischen Krieg 1941-1945). Dit museum was onder Sovjet beheer in het Oostberlijnse stadsdeel Karlshorst ingericht in het gebouw waar op 8 mei 1945 de Duitse capitulatie werd ondertekend. Het had een herinneringsfunctie, vooral voor de soldaten van het Rode Leger die in de DDR gestationeerd waren. De herinnering was als Sovjet heldenverhaal met veel vlagvertoon geconcipieerd en concentreerde zich op de laatste fase van de oorlog, de strijd om Berlijn en de overwinning op het nazi-regime. Het museum was in principe openbaar toegankelijk, ook al waren de verklarende teksten uitsluitend in het Russisch. Maar de DDR-bevolking kreeg pas in 1970 officieel te horen, dat zo’n museum bestond. In 1990 bevonden zich  340.000 Sovjetsoldaten met 210.000 familieleden in de DDR, die tot 1994 het verenigde Duitsland zouden moeten verlaten.

In de euforische historische sfeer van 1990 en de daarop volgende jaren kreeg het plan om op grondslag van de bestaande tentoonstelling tot een gemeenschappelijk Duits-Russisch oorlogsmuseum met een gemeenschappelijke visie op de oorlog te komen een echte kans op verwerkelijking.



Dit museum is sinds 1995 de ‘officiële’ Duitse plaats ter herinnering aan het Duits-Russische oorlogsverleden. Het object van het museum dat de meeste indruk op mij heeft gemaakt kwam ik in de eerste verdieping tegen: in een lange muur met tientallen ingelijste brieven en documenten was een opening van circa anderhalf bij één meter. Ik moest buigen om er doorheen te kunnen, deed voorzichtig een stap naar beneden en belandde in een klein hokje. Hier stond een stoel en opeens zat ik voor een raam en keek beneden de authentieke zaal in, waar de Duitse capitulatie was ondertekend. Ik wist van tevoren niet, of had niet beseft, dat het authentieke oord bewaard was, maar de sfeer drong meteen tot me door en de ruimte galmde als het ware van de geschiedenis.

En toch: men had dit als het ware voor mij geënsceneerd en mij op deze stoel geplaatst, en voor wie niet uit zichzelf de nagalm van de geschiedenis kon produceren, hing links van de stoel een kleine projectiescherm met de authentieke zwart-wit-beelden van de ondertekening, opgenomen vanuit hetzelfde perspectief. Toen ik er zat, was er niemand in de zaal en ik dacht eerst dat de zaal om quasi sacrale overwegingen ook niet publiekelijk toegankelijk zou zijn en dat de enige manier om de zaal te zien deze eenzame stoel met het nagebootste vogelperspectief was. Later bleek dat niet zo te zijn. Toen ik beneden een lawaaierige Duitse schoolklas de zaal in volgde, was de sfeer verdwenen.

Keine Kommentare:

Kommentar veröffentlichen